-
1 de rouw aannemen
-
2 deuil
deuil [duj]〈m.〉♦voorbeelden:en grand deuil • in zware rouwporter le deuil • rouwkleding dragenprendre le deuil • rouw aannementu peux en faire ton deuil! • dat kan je wel op je buik schrijven!mener le deuil • aan het hoofd van de begrafenisstoet lopen→ onglem1) rouw2) sterfgeval -
3 носить траур
-
4 mourning
adj. rouwend--------n. rouw, rouwdracht[ mo:ning]♦voorbeelden: -
5 носить траур
-
6 go into mourning
-
7 надеть траур
vgener. de rouw aannemen (от-по) -
8 prendre le deuil
prendre le deuil -
9 надеть траур
vgener. de rouw aannemen (от-по)
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Нидерландский
- Русский